
Spreekwoorden: (1914)
Fluiten gaan,d.w.z. er vandoor gaan; vgl. Harreb. III, 23 a: Hij gaat ermede fluiten; Waasch Idiot. 219 b: De kerel is gaan fluiten (of fluizen); Teirl. 430: Gaan fluiten, weggaan, wegloopen; in Twente: Loop en fluiten, scheer je weg!; hiernaast: fluiten, weg is het!; ook in het hd. zegt men flö...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Fluiten gaan,d.w.z. er vandoor gaan; vgl. Harreb. III, 23 a: Hij gaat ermede fluiten; Waasch Idiot. 219 b: De kerel is gaan fluiten (of fluizen); Teirl. 430: Gaan fluiten, weggaan, wegloopen; in Twente: Loop en fluiten, scheer je weg!; hiernaast: fluiten, weg is het!; ook in het hd. zegt men flö...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.